Twee jaar onderzoek naar het Elephant Endotheliotropic Herpesvirus (EEHV), “de nummer één olifanten killer”

09 October 2021 10:21

Inmiddels is het EEHV team van de Faculteit Diergeneeskunde, met de geweldige steun van onze donateurs, al weer twee jaar aan de slag met onderzoek naar EEHV, het olifanten herpesvirus. Hieronder lees je een update geschreven door het onderzoeksteam, aan jullie, onze donateurs.

 

“Zoals u als betrokken donateur waarschijnlijk weet, kan EEHV een zeer ernstige ziekte veroorzaken bij olifanten tot ongeveer acht jaar oud: EEHV-hemorrhagic disease (EEHV-HD). Zodra een olifant verschijnselen van de ziekte heeft, worden deze snel ernstiger en komt hulp voor het dier vaak te laat. De laatste 30 jaren is bijna een vijfde van alle olifantenkalfjes die geboren zijn in dierentuinen, overleden aan EEHV-HD. Er zijn aanwijzingen dat deze ziekte ook olifanten in het wild treft.

 

Toen wij met ons onderzoek begonnen, was er nog heel veel onduidelijk over het virus en de ziekte. We wisten bijvoorbeeld nog niet waarom sommige dieren ziek werden en andere niet. Ook was er geen goede diagnostische bloedtest waarmee we antilichamen tegen het virus kunnen opsporen. Het was dus niet mogelijk om zo aan te tonen of een olifant geïnfecteerd is met EEHV, of niet. Tenslotte misten we een goede behandeling bij uitbreken van de ziekte en zeker een vaccin om de ziekte te kunnen voorkomen.

 

Twee jaar onderzoek is (helaas) te kort om een bloedtest, een behandeling én een werkend vaccin te ontwikkelen, maar met dank aan uw steun hebben we wel grote stappen kunnen zetten. Ten eerste hebben we meerdere diagnostische bloedtesten ontwikkeld, waarmee we nu wel kunnen aantonen of een dier antilichamen heeft, en dus of het geïnfecteerd is. Ook kunnen we laten zien met welke variant van het virus het dier besmet is; immers bescherming tegen de ene variant betekent niet altijd dat een dier ook beschermd is tegen andere varianten van het virus.

 

Door gebruik van deze testen hebben we geleerd, dat vrijwel alle volwassen olifanten antilichamen hebben tegen EEHV en dus waarschijnlijk drager zijn van het virus. Doordat zij al antilichamen hebben, worden zij waarschijnlijk niet meer ziek van de virus variant die zij dragen . Dit betekent helaas wel dat zij het virus op enig moment kunnen overdragen aan hun jongere kuddegenoten. Daarnaast hebben we geleerd dat de jonge olifantjes alleen ernstig ziek lijken te worden wanneer ze voor de eerste keer in aanraking komen met het virus. Zodra ze hun eerste aanraking met het virus zonder problemen hebben doorstaan, bijvoorbeeld wanneer ze nog beschermd zijn door antilichamen die zij van hun moeder meekrijgen bij hun geboorte, lijken zij voor de rest van het leven beschermd tegen EEHV-HD. De ontwikkeling van deze bloedtesten heeft ons dus veel geleerd over waarom EEHV voor sommige olifanten wel en voor andere olifanten geen probleem is.

 

Ook kunnen we nu bepalen welke jonge dieren wel of geen antilichamen hebben en daarmee (tot op zekere hoogte) voorspellen welke dieren gevaar zullen lopen bij een infectie, zodat het uitbreken van de ziekte in een vroeg stadium wordt waargenomen.

 

Op weg naar een vaccin, is het ons gelukt onderdelen van het virus in het lab na te maken, namelijk de eiwitten die zich op het oppervlak van het virus bevinden (denk hierbij aan COVID) en die het virus gebruikt om zijn gastheer te infecteren. Samen met Amerikaanse wetenschappers die ook onderzoek doen naar EEHV, zijn wij momenteel aan het testen of deze viruseiwitten mogelijk als vaccin gebruikt kunnen worden.

 

Ten slotte hebben wij een speciaal type antilichamen, zogenaamde nanobodies, ontwikkeld, die gericht zijn tegen EEHV. Deze nanobodies zullen gebruikt worden om nog beter te begrijpen hoe en waarom een dier ziekt wordt van EEHV en waar in het lichaam van de olifant het virus zich verstopt. Belangrijke informatie, want als we dit begrijpen, kunnen we er mogelijk ook gericht iets tegen doen. Het is zelfs mogelijk dat nanobodies die het virus onschadelijk kunnen maken, gebruikt kunnen worden ter behandeling wanneer een dier ziek wordt. In het komende jaar gaan we ons best doen om te kijken of we dergelijke nanobodies kunnen vinden én kunnen gebruiken als medicijn.

 

Al met al hebben we de afgelopen twee jaren grote stappen gezet en veel geleerd binnen ons onderzoek naar EEHV. Er is echter nog genoeg te doen en hiervoor zullen we ons komend jaar, en hopelijk zelfs komende twee jaar, weer vol inzetten. Met uw steun moet dat zeker lukken!

 

Heel hartelijk dank,

 

Het EEHV team,

 

Dr. Tabitha Hoornweg, Prof. dr. Victor Rutten, Dr. Xander de Haan, Dr. Jooske IJzer en drs. Willem Schaftenaar, DVM (voormalig dierenarts Diergaarde Blijdorp, veterinair adviseur)"